Vanuit de Wet Verbetering Poortwachter wordt er van zowel de werknemer als van de werkgever verwacht dat zij al het mogelijke doen met het oog op re-integratie. Uit de wet en daarop berustende jurisprudentie kunnen de volgende hoofdlijnen worden gedistilleerd met betrekking tot de verplichtingen van werknemer en werkgever: • De werkgever moet adequate re-integratie inspanningen leveren en de werknemer moet daaraan meewerken, voor zover redelijkerwijs van beiden kan worden gevergd. • Als de ene partij initiatief neemt moet de ander partij daarop ingaan en meewerken, tenzij die andere partij kan aantonen dat dit redelijkerwijs niet van hem/haar kan worden gevergd. • Meer dan het redelijke wordt niet van werkgever en werknemer gevraagd. • Werkgever en werknemer moeten elkaar op hun verplichtingen aanspreken, deskundigen kunnen daarbij ondersteuning bieden. De werkgever moet in eerste instantie bezien of het mogelijk is de werknemer in de eigen functie te laten terugkeren. Daarnaast ligt het primair op de weg van de werkgever om aan zieke werknemers passende arbeid aan te bieden. De zieke werknemer moet daar niet zelf op af te hoeven gaan. Wanneer herplaatsing bij de eigen werkgever niet mogelijk is zal plaatsing bij een andere werkgever moeten worden onderzocht (2e spoortraject). Een 2e spoor traject wordt meestal verzorgd door een re-integratie- en/of outplacementbureau. Let op: Wanneer de bedrijfsarts de weknemer in staat acht om mee te werken aan 2e spoor re-integratieinspanningen en de werkgever en werknemer starten dit niet op korte termijn, kan het UWV bij een eventuele WIA-aanvraag besluiten om sanctiemaatregelen toe te passen vanwege “gemiste kansen” door het te laat inzetten van het 2e spoor (ook als het gaat om voorbereidende 2e spoor re-integratie inspanningen). |
Voor meer info : Spoor 2 re-integratie nader uitgelegd |